Met zijn lange blonde haren in een paardenstaart, een jurk aan, zijn hoge stem en sierlijke bewegingen overtuigt Sieger iedereen. Oma spreekt hem telkens aan met ‘zij’ en zegt dan ook: “ik vergeet gewoon bijna dat zij… uh… hij een jongen is.” En voor mensen die hem niet kennen, is het helemaal een no brainer: Dit is een meisje.
Voor mij blijft dat eigenlijk nog steeds wennen. Elke keer als iemand hem met ‘zij’ aan spreekt denk ik: huh, oh ja, zij zien een meisje. Bijna vijf jaar had ik namelijk ‘gewoon’ een zoon en nu pas twee jaar een zoon die eruit ziet als een dochter. Ik zie door de lange haren en jurkjes heen, nog steeds een jongen, nog steeds gewoon Sieger.
Toen Sieger de eerst keer met ‘zij’ en ‘meisje’ werd aangesproken, liet hij dat gebeuren. Geen uitleg, geen “nee, ik ben een jongen.” Toen ik hem vroeg wat hij ervan vond dat mensen dachten dat hij een meisje was, antwoordde hij trots: “leuk.” Sindsdien laten we het zo.
Vorige maand vierden we op een regenachtige avond Sint Maarten. We hadden onze zoons in hun blauw-zwarte regenpakken gehesen en de nichtjes (dochters van mijn zusje) in dito outfit. Het gaf een wat trieste aanblik, maar het mocht de pret niet drukken.
Gelukkig werd het gedurende de tocht langzaam droog, waardoor de capuchons af gingen. Eén van de voor ons minder bekende buurtbewoners, reageerde geïnteresseerd op het uniform uitziende gezelschap. Wat op zich al best knap is, als er al tien groepjes langs je deur zijn geweest. “Wat leuk! Allemaal meiden….. oh nee, drie meiden en één jongen,” met een hoofdknikje naar mijn oudste zoon. “Ik ben ook een jongen hoor!” klinkt het beledigd uit Siegers mond.
Pffff, ik kon wel door de grond zakken! Al twee jaar moet alles eruitzien ‘alsof ik een meisje ben’ en nu ziet iemand je zelfs in je regenpak voor een meisje aan, is het weer niet goed. Ik mompelde iets als “bijzondere situatie” naar de verbaasde man en toen zijn we maar snel doorgelopen. Gaat het ooit wennen, een kind hebben met genderdysforie?