We zijn op vakantie. Vanochtend hebben de kinderen uitgebreid gezwommen in het zwembad op de camping. Ook na de lunch zijn zij gelijk het zwembad weer in gegaan. Rond 14.30u is de oudste het zat. Maar de jongste nog niet! Maar zijn rode, vermoeide ogen en rimpelige huid vertellen ons iets anders. Bovendien vinden we 2x 1,5 uur in te zwembad wel mooi genoeg voor één dag. De vakantie is trouwens net begonnen, er komen nog genoeg mooie zwemdagen aan.
Sieger denkt hier heel anders over en zet het direct op een krijsen. Mijn basisstrategie is uitleggen. Dus ik vertel hem heel geduldig het waarom van deze beslissing. Maar daar heeft hij weinig boodschap aan. Mijn man kan niet zo goed tegen dit extreme gedrag en maakt hem op pittige wijze duidelijk dat hij op moet houden met schreeuwen/huilen. Zijn grens is dus eigenlijk al bereikt;-). Dit maakt het alleen maar erger. Sieger schreeuwt: “jullie hebben mijn hele dag verpest!”
Dat is teveel voor zijn goedwillende vaderhart, dus al troostend wil hij het over een andere boeg gaan gooien; toegeven. Maar daar steek ik dan toch een stokje voor. Daarmee geven we hem immers de boodschap dat als je maar genoeg stennis maakt, je uiteindelijk je zin wel krijgt en dan houden we dit soort situaties alleen maar in stand. Dat lijkt mij niet zo’n goed idee.
Zijn troostende woorden voor Sieger, brengen mijn gedachten echter weer terug naar de kern: O ja; erkenning en acceptatie, daar begint het allemaal mee!
Al gauw gaan mijn gedachten naar: “moeitelozer, moeitelozer, hoe ook alweer?”. En ineens zie ik een andere mogelijkheid. De troostende woorden van mijn man hebben Sieger al wat rustiger gekregen, waardoor zijn oortjes weer ‘open’ zijn en het erkennen voor mij een inkoppertje is: “Wat onwijs jammer hé, dat het zwemmen nu klaar is. Ik snap dat je wel eindeloos in het bad zou willen liggen!” Hij knikt. Ik vervolg: ‘Dat je nu niet meer mag zwemmen hoéft niet te betekenen dat je hele dag verpest is. Dat doe je zelf, als je nu alleen maar gaat zitten mokken. Dat mag je doen, als je wilt, dat is jouw keuze.’Net als al het andere, meen ik wat ik hier zeg en aanvaard ik de mogelijkheid dat dit inderdaad is wat hij wil. Ook dat is naar mijn idee acceptatie en kunnen ‘zijn’ met dat wat er is (zie ook mijn artikel over de illusie van controle over het geluk van onze kinderen)
Ik leg uit: “Je kan er ook voor kiezen om dan iets anders te gaan doen. Dat is misschien niet het allerleukste, want dat is zwemmen, maar dan is dat het één na leukste….Wat is het één na leukste om vandaag te doen?” Hij antwoordt (nu weer geagiteerd): ik kan níks doen?!
Ik zeg: “oh goed zo! Dan doe je niks!** Dat is heerlijk tijdens de vakantie.” Dit zeg ik niet boos, geïrriteerd of sarcastisch, maar met de positieve ondertoon van een reactie op een goed plan (omdat ik het ‘probleem’ graag wil helpen ‘omdenken’, en wát hij zegt maakt niet uit, alles is op dit moment een goed planJ)
Een beetje verbaast laat hij zich opzij vallen in de kussens van de bank. Ik vraag: wil je een boekje voor bij het niks doen? Hij knikt en ik reik hem zijn boekje aan. Vervolgens gaat hij rustig zitten lezen.
Overigens niet voor lang. Al snel weet zijn broer een leuker spel: elkaar beschieten met waterpistolen. Tóch nog iets met water;-)))
Wil jij ook moeitelozer opvoeden? Kijk dan op www.pentakeladvies.nl of neem contact op via [email protected]