Anke’s oudste is op zoek naar hulp voor haar soms wat sociaal onhandige puber die binnenkort naar de brugklas gaat. Het begin van haar zoektocht lees je in haar vorige blogs. In deze stap in het proces zitten ze samen bij de jeugdarts.
“Op dinsdagmiddag ben ik alleen thuis, dan ben ik blij dat de hond er is, want anders zou ik dat niet durven,” zegt Hidde alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Mijn ogen worden schoteltjes. Ik had geen idee.
De jeugdarts knikt geïnteresseerd, terwijl ik van de ene verbazing in de andere val. Hidde vertelt honderduit over allerlei zaken die hem angstig, bezorgd of verdrietig maken. Veel van wat hij deelt is ook voor mij nieuw.
Dat Hidde in groep 6 gepest werd, wist ik. “Dat begon al in groep 4,” zegt hij stellig. Ook maakt hij zich soms zorgen om zijn broertje Sieger, bang dat kinderen flauwe opmerkingen maken over zijn meidenkleren. Ik heb het gevoel dat ik ergens een afslag gemist heb en zit hem glazig aan te kijken. Hoe kan het dat ik dit allemaal niet weet?!
Ik schrik van wat er blijkbaar allemaal in hem omgaat.
We zitten in een wat steriele ruimte. Echt zo’n doktersspreekkamer. Ik voel mij niet echt op mijn gemak en luister met gemengde gevoelens naar alles wat hij vertelt. Ik ben blij dat hij zo open is en alles op tafel legt, maar ik schrik ook van wat er blijkbaar allemaal in hem omgaat. Het voelt als een soort ‘falen’ dat hij dit nooit eerder met mij heeft besproken. Voelt hij zich bij mij niet veilig, denk ik vertwijfeld. Wonderlijk dat hij in deze, in mijn ogen ongemakkelijke, omgeving zo makkelijk vertelt wat hem bezighoudt.
Ik schud die gedachtes van me af. Het doet er nu niet toe. Het is mooi dat het allemaal besproken wordt en we nu kunnen kijken wat we voor hem kunnen doen. De jeugdarts wil het even laten bezinken. Er gaat namelijk ook veel goed: het pesten is gestopt, Hidde heeft voldoende vriendjes en onderneemt allerlei activiteiten waar hij plezier aan beleeft. Al die verschillende signalen maken dat ook zij niet direct weet welke hulp passend is.
We spreken af dat zij mij met een week weer belt met een voorstel. We nemen afscheid en Hidde loopt opgewekt naar buiten. Ik sluit de deur van de steriele kamer. “Heb je je hart kunnen luchten?” vraag ik als we weglopen. “Jaaaah,” zegt hij met een diepe zucht. “Ben je opgelucht?” Hij knikt.