“Ik wil weer op mijn kleine fiets!” schreeuwt Sieger gefrustreerd. We zijn 2 stappen onze achtertuin uit en halverwege een eerste voorzichtige poging tot opstappen. “Je hebt het nog niet eens geprobeerd” zeg ik een tikkeltje geïrriteerd. Ik ben nogal een doorzetter en kan hier dus niet zo goed tegen.
De ‘kleine fiets’ begint echt te klein te worden en de grote fiets kan nét (met de tenen bij de grond als hij op het zadel zit). Alleen kan hij niet opstappen terwijl hij al op het zadel zit. Hij moet een klein beetje vaart maken en via zijn trapper op het zadel gaan zitten. Een nieuwe techniek die je door te oefenen onder de knie moet krijgen.
Ik adem dus even diep in en leg hem rustig uit wat de bedoeling is en dat ik de fiets vasthoud, net zo lang als nodig is. Hij kijkt mij een beetje vertwijfeld aan. Dus vertel ik heel enthousiast over hoe fijn hard hij kan fietsen op deze fiets en zeg ik een tikkeltje overenthousiast: “wat dacht je ervan?!” “Oookhee”, zucht Sieger niet echt overtuigd.
We doen een paar pogingen waarin ik grote vooruitgang zie, maar Sieger -doordat hij zijn fiets nog niet helemaal onder controle heeft- juist gefrustreerder raakt. Dus na poging vier, waarbij zijn fiets bijna omvalt, wil hij het eigenlijk weer opgeven. “Ik kan het gewoon niet!” zegt hij boos.
Ik neem wat afstand, ga op de stoeprand zitten en laat hem nog even mopperen en ‘uitrazen’. Dat hij daarbij een schop tegen zijn fiets geeft, negeer ik bewust.
Als hij iets gekalmeerd is, loop ik naar m toe, kijk hem aan en zeg: “Je kan het nu nog niet zo goed als je zou willen, maar ik weet dat je het wél kan.” Hij kijkt me vol ongeloof aan. “Ik weet het héél zeker”, zet ik nog een tandje bij. Ik zie aan zijn gezicht dat door mijn vertrouwen, zijn zelfvertrouwen weer wat terrein wint.
Nu zijn ‘luikjes’ weer open staan, maak ik direct van de gelegenheid gebruik om uit te leggen wat er in de eerdere pogingen wél lukte en hoe ik daardoor weet dat hij het kan. Door dit ‘bewijs’ is hij overtuigt en wil hij het nog wel even proberen. Nu lukt het om na het opstappen door te fietsen en de poging erna is mijn hulp bijna niet meer nodig. Zijn zelfvertrouwen en gevoel van controle groeien. “Nu hoef je niet meer te helpen”, zegt hij kordaat en inderdaad; zonder mijn hulp lukt het hem om op te stappen. Met een grote glimlach fiets hij een stukje door de straat.
Wil jij ook leren om op een andere manier te reageren op de boze buien of ‘mopperstand’ van je kind? Zodat het contact fijner is en je ook in lastige situaties het hoofd ‘koel’ kan houden?
Kom dan naar de introductieworkshop “Liefdevol omgaan met boosheid van je kind” op woensdag 17 juni om 19.45u. We nemen de RIVM-maatregelen in acht, waardoor er beperkt plek is, dus reserveer snel je stoel?. Kijk voor meer info en aanmelden op: www.pentakelopvoedcoaching.nl/kinderen-en-boosheid