Als ik iedereen aan tafel roep voor het avondeten, komt Hidde met een verhit hoofd naar beneden. “Zo, het ei is gelegd?” vraag ik hem. Het aardrijkskundeproject waarvoor een verslag, PowerPoint-presentatie én video gemaakt moest worden is eindelijk af.
“Ja Sieger, dat moet jij straks ook allemaal doen,” zegt hij op een belerende toon die mij altijd een tikkeltje irriteert. Sieger gaat hier wijselijk verder niet op in, maar wordt er wel weer even aan herinnerd dat de start op de middelbare school nu rap dichterbij komt.
Als we allemaal ons bordje couscous met gegrilde groenten en merquez-worstjes voor onze neus hebben, is Sieger niet echt met zijn aandacht bij zijn eten. “Nog drie weken hè? Ik moet wel weten hoeveel kinderen er in mijn nieuwe klas zitten, voor de traktatie.”
Hij wil dan ook kenbaar maken dat hij non-binair is.
Nog voor de zomervakantie is de kennismaking met de klas. Precies op Siegers verjaardag. Het trakteren was zijn eigen idee, maar ik zie het ook een beetje als een charmeoffensief. Want het is niet alleen kennismaken met de andere kinderen, hij wil dat moment ook aan zijn nieuwe klas kenbaar maken dat hij non-binair is. Dit misschien wat ongemakkelijke moment opleuken met iets lekkers, zou best eens kunnen helpen.
Ik ben er minder bezorgd over dan een half jaar geleden. De shift van ‘eruit willen zien als een meisje, maar fysiek een jongen zijn’, naar non-binair en daarmee een meer jongensachtige-look (zie blog Soft Boy) maakt het makkelijker: we hoeven minder vaak uit te leggen hoe het zit, mensen kijken minder gek op als we Sieger ‘hij’ noemen en de toekomst-vraagstukken over puberteitsremmers, hormonen en eventueel operaties, zijn van tafel. Zelfs in praktische zin is het makkelijker; een deel van de kleding van Hidde wordt nu doorgeschoven naar Sieger.
Ook de veranderingen in zijn lichaam, die zich nu langzaam maar zeker beginnen aan te dienen, zijn niet strijdig met hoe hij zich voelt, wat het ook gevoelsmatig makkelijker maakt voor mij… normaler. Tegelijkertijd voel ik me ook schuldig dat het zo voelt voor mij, hij kiest er tenslotte niet zelf voor om zich zo te voelen en doet het al helemaal niet om het ons moeilijk te maken.
Voor zover gewone gezinnen überhaupt bestaan dan.
Maar dat een collega ons van de week -goedbedoeld en waarderend- een echt woke-gezin noemde, het voelt voor mij toch ongemakkelijk. Eigenlijk wil ik een ‘gewoon gezin’ zijn. Net zoals Sieger voor ons gewoon Sieger is, hoop ik dat uiteindelijk non-binair of transgender of een gezin in wat voor samenstelling dan ook, als een gewoon gezin gezien wordt. Voor zover gewone gezinnen überhaupt bestaan dan.
“In de kleuterklas trakteerden we ooit zakjes druiven met daarop vlinders in regenboogkleuren. Dat kunnen we nu wel weer doen,” zeg ik, “dan kan je daarna meteen je verhaal doen.” Sieger vindt dat niet eens zo’n slecht idee. “Maar dan wel minder kinderachtig en met de non-binair-vlag erop.” Ik hoop dat het vraagteken dat in mijn hoofd verschijnt, niet van mijn gezicht af te lezen is. Na even googelen ben ik weer een stukje woker geworden; ik weet hoe de non-binair-vlag eruit ziet. Nu nog een niet-kinderachtige traktatie verzinnen. Zoals alle gewone moeders met een bijna twaalfjarig kind.