In het boek ‘Lastige kinderen? Heb jij even geluk’ past Berthold Gunster zijn omdenk-theorie toe op de thema’s opvoeding en onderwijs. Zoals de titel al doet vermoeden, wordt je door het boek geprikkeld om op een andere manier te kijken naar ‘lastig’ gedrag.
Berthold Gunster beschrijft op een luchtige en persoonlijke manier de klassieke vorm van opvoeden zoals wij die door de bank genomen in Nederland kennen. Hij geeft hierbij door middel van –vaak persoonlijke- voorbeelden aan, waarom deze manier volgens hem niet het gewenste resultaat geeft. Daarnaast is hij zeer kritisch over het Nederlandse onderwijssysteem. Hij legt uit dat wat voor de leerkracht ‘lastig’ gedrag is, voor de ontwikkeling van het kind juist kansen biedt, die in het huidige onderwijs niet worden opgepakt. Door de zeer herkenbare voorbeelden rijst al snel de vraag; maar wat is dan een beter alternatief?
Gelukkig komt Gunster dan ook met de oplossing: stel 4 vragen en denk daarmee het probleem om. Eén van de vragen is: ben jij het probleem? Op een confronterende maar grappige manier geeft Gunster aan op welke manier de niet altijd reele verwachtingen en eigen behoeften van de volwassene als het ware het probleem creeert.
Ook op de vraag ‘is het probleem de bedoeling?’ kan meer dan eens positief geantwoord worden. Daarmee bedoelt hij te zeggen dat sommige problemen ‘nodig zijn’ om een kind verder te helpen in zijn ontwikkeling.
Vooral met betrekking tot dit laatste onderwerp zijn sterke raakvlakken met OGO te vinden. Als OGO-leerkracht gebruik je alledaagse problemen en deel je kinderen daarin een rol toe, in plaats van het voor hen op te lossen. Hiermee wordt een interessante leerwerkomgeving geschapen. Gunster beschrijft hoe ‘bedoelde problemen’ -mits op de juiste manier door de volwassene opgepakt en begeleidt- kansen bieden voor de ontwikkeling van de autonomie en competenties van het betreffende kind. Gunster geeft een leuk voorbeeld van een leerkracht die in groep 1-2 het bemiddelen in ruzies (kind in tranen: “meester, hij heeft mij geslagen….”) zat is. In plaats van een monoloog af te steken, om duidelijk te maken dat slaan en schoppen niet mag, gaat hij mee in het verdriet van de kleuter en stelt voor om de ‘dader’ dan maar terug te schoppen en slaan. Als de leerkracht aan de dader vertelt wat het plan is, ziet de huilende kleuter de absurditeit van het voorstel in en gaan beide kleuters gewoon weer spelen. In plaats van probleemeigenaar te worden, geeft de leerkracht de kleuters hun eigen probleem –in dit geval bijna letterlijk- terug.
Ook zijn kritische houding ten opzichte van het Nederlandse onderwijssysteem is vanuit OGO-perspectief prikkelend om te lezen. Gunster neemt het reguliere onderwijs als uitgangspunt en doet verandervoorstellen. Hij omschrijft dit als volgt: “Als kind had ik een hevig verlangen naar autonomie, zelfstandigheid en dingen dóén, de wereld in, dingen ervaren. Niet stilzitten in bankjes en luisteren(…) Zelf op avontuur te gaan. De wereld te verkennen.” Hij erkent dat het reguliere onderwijs voor een groep kinderen werkt. Er is volgens hem echter ook een groep, die -net als Gunster- behoefte heeft aan een andere insteek. Gunster is wellicht niet op de hoogte van het OGO-concept, want veel van zijn ideeën worden binnen OGO toegepast. Hiermee geeft het boek als het ware vanuit psychologisch perspectief de kwaliteiten en mogelijkheden van OGO weer.
Dit boek is een aanrader voor iedereen die persoonlijk of professioneel betrokken is bij de opvoeding van en het onderwijs aan kinderen, maar in het bijzonder voor mensen die werken volgens de principes van Startblokken van Basisontwikkeling.
Verschenen in ZONE, december 2013